Expositie November 2018: Camille Oostwegel, Kasteelhoeve Burgemeester Quick, Coffee & More, Valkenburg a.d. Geul

De ambiance waarin wij ons bevinden en waarin het werk van Hans ter Horst met ingang van vandaag tot eind maart 2019 is te zien, past wonderwel bij de sfeer die zijn werk uitstraalt: welbedacht, zeer verzorgd, weloverwogen en bovenal stijlvol. Want dat is het eerste dat opvalt als je kijkt naar Hans’ werk. Van luidruchtigheid is absoluut geen sprake, het is altijd ingetogen en getuigt van beheersing waarachter vlijmscherp gewag wordt gemaakt van iets ongerijmds. Want dat valt direct op, er is altijd sprake van iets ogenschijnlijk tegenstrijdigs, of het nu de combinatie is van decoratie met de, laat ik het ‘kaalheid’ noemen, van de monumentale vormgeving of de verbeelding van iets uit het verleden in een jasje van vandaag, dan wel een hedendaagse vertelling in een historisch kader, er is altijd iets ongebruikelijks gaande ook al zou je dat op het eerste gezicht misschien niet direct zeggen.

In Hans’ werk is nooit sprake van het bruisend extraverte waarvan het schilderkunstige tijdperk waarin hij opgroeide getuigt, een tijd waarin de menselijke figuur als het ware werd beschouwd als symbool van een beschaving die jammerlijk had gefaald. Hans daarentegen houdt de mensfiguur in ere en dan ook nog in zijn geïdealiseerde, klassieke vorm. Ook de academische traditie van schilderen die in de Venetiaanse schilderkunst van de XVI eeuw haar oorsprong vond waarbij de verf pasteus, soms zelfs voluptueus op een donkere gronding wordt aangebracht is te rumoerig voor Hans, hij daarentegen past het tijdrovend glacerend schilderen toe waarbij de haast transparante pigment-arme verf laag over laag over elkaar wordt geschoven. Deze manier van werken die in de Late Middeleeuwen en Vroege Renaissance gebruikelijk was resulteert in zijn werk in sprankelende kleurresultaten waarbij de gehanteerde penseelvoering de platheid van het vlak respecteert en modulering noch atmosferisch perspectief aan de orde zijn.

Bij de keuze van zijn thema’s laat Hans ter Horst zich enerzijds leiden door alledaagse beelden die ons continu vanuit de media bestormen en anderzijds door een wereld die zijn thuishaven lijkt te vinden in de Oudheid, Middeleeuwen en Renaissance.  Zo zien we bijvoorbeeld in het werk ‘Oud Geld’ uit 2007 een breed lachende, blonde jonge vrouw die zo uit een show van RTL4 zou kunnen zijn weggestapt (al heeft ze daar wel wat te veel rimpeltjes voor) echter begiftigd met het meer ronde postuur van Maddalena Doni uit het gelijknamige schilderij van Rafael uit 1506, maar wel gekleed in dezelfde kleding en opgesmukt met dezelfde sieraden. 

In Hans’ ‘Sacra Famiglia’ uit 2014 zien we een als het ware herziene voorstelling van de ‘Canigiani Heilige Familie’ van dezelfde Rafael uit 1505-1506 waarbij een jong gezin met een levendige baby in nagenoeg hetzelfde historische landschap is gepositioneerd. Maar anders dan bij Rafael is Jozef hier niet oud (waarmee destijds werd aangegeven dat hij niet de biologische vader van Jezus was) maar een viriele man die duidelijk de indruk wekt te weten waar Abraham de mosterd haalt. Maria daarentegen heeft haar leiding gevende positie verloren en is hier getransformeerd in een gedweëe, blonde Gretel die zo uit een schilderij van een of andere Nazarener zou kunnen zijn weggelopen. 

Een schilder die met name de interesse van Hans ter Horst heeft gewekt is de van oorsprong uit Friesland afkomstige, Britse schilder Laurens Alma Tadema die beroemd werd door zijn historische afbeeldingen van luxe en decadentie in het Romeinse Rijk, met smachtende figuren in prachtig marmeren interieurs. Zo zien we in Hans’ werk ‘Close’ uit 2011 een oudere vrouw, aan haar kleding te zien met een migratie achtergrond, die met haar hoofd rust op een Romeins aandoende, halfronde, fraai geaderde marmeren bank. Maar ademt het werk van Alma Tadema doorgaans een zwoele atmosfeer van welbehagen, in dit werk slaat kilheid toe en wordt een gevoel van onbehagen opgeroepen door de dorre, dode boomtak die achter de marmeren balustrade tegen een staalblauwe lucht rechts in beeld oprijst, mogelijk een verwijzing naar de beklemmende schilderingen van Caspar David Friedrich. 

Duidelijk is dat Hans de migratieproblematiek niet uit de weg gaat net zo min als de genderproblematiek. Aandoenlijk en treurig is het werk ‘Jongen in jurk’ uit 2017. Hier wordt aan de gelaatsuitdrukking van de jongen duidelijk dat hij zich niet senang voelt en dat hij dus niet leuk met een of ander verkleedpartijtje bezig is. Integendeel, zijn uitgebluste houding is uiting van de tweespalt die hij ervaart tussen zijn identiteit en het lichaam waarin hij is geboren. 

Nog een probleem dat door Hans wordt aangekaart is het kindermisbruik binnen de Katholieke kerk. In het werk ‘Confessions’ uit 2011 dringt tegen de achtergrond van een groot glas-in-lood raam met uitgerekend de voorstelling van Maria Boodschap, een hooggeplaatste geestelijke zich in een benauwde biechtstoel aan een kleine jongen op. In dit werk combineert Hans, zoals hij dat wel vaker doet, het ogenschijnlijk tegenstrijdige van decoratieve elementen enerzijds met monumentale partijen anderzijds maar ook laat hij een suggestie van diepte wringen met een gebrek aan ruimte. Daardoor wordt een gevoel van claustrofobie opgeroepen; het kind zit gevangen en ontsnappen is niet mogelijk.

Het zal duidelijk zijn, enige kennis van de kunstgeschiedenis maakt het extra spannend om het werk van Hans te bekijken, het wordt dan een zoektocht met verrassende uitkomsten. Bent u echter niet bekend met de geschiedenis van de beeldende kunst dan mist u weliswaar een bepaalde dimensie maar dan nog ziet u in het werk het schuren van heden en verleden en zal de historie ook bij u vraagtekens oproepen.

Maar los van de aandacht voor het kunsthistorische erfgoed zien we in werk van Hans ook moraal, humor en ironie met elkaar optrekken waarbij kritiek of visie op een bepaalde gebeurtenis of feit niet wordt geschuwd. Dan weet Hans vlijmscherp getuigenis af te leggen van wat doorgaans onder de deken wordt geschoven. Zo zien we in ‘L’Anniversaire’ uit 2016 een isegrim van een man met een mallotig verjaardagshoedje op die aan een rekje aan het balkon vuile was heeft opgehangen en chagrijnig staat te constateren dat niemand op zijn verjaardag komt. Het is duidelijk: roddel en achterklap blijven nooit ongestraft.

Tot slot:

Een hoofdstuk apart zijn Hans’ portretten waarvan er hier helaas maar eentje hangt. Ook in deze categorie zien we in het heden vaak een link naar het verleden, bijvoorbeeld in de vorm van een dreigende lucht à la Willink, een pose à la Dürer of een achtergrond uit een vervlogen tijdperk. In het hier geëxposeerde werk van zijn partner Jean Hofman uit 1997 zien we zoals zo vaak in zijn werk het spelen met ruimte en afwezige diepte alsook de tegenstrijdigheid van gesuggereerde ooghoogte en laag geplaatste horizon. Haarscherp weet Hans het karakter van zijn modellen weer te geven waarbij hij -en dat is maar gelukkig ook- altijd objectief blijf en geen oordeel velt. Maar als Hans je portret heeft geschilderd, dan weet je niet alleen hoe je eruit ziet maar ook wie je bent.

Dames en heren, ik wens u allen veel genoegen en ik dank u voor uw aandacht.

En jou, Hans, wens ik het succes dat je zo echt verdient.

drs. Natascha Bär, kunsthistorica
Maastricht, November 2018